Volg ons via
Volg ons via
COPD of chronisch obstructief longlijden is een chronische longaandoenig die gekenmerkt wordt door luchtwegontsteking, luchtwegvernauwing en afbraak van longweefsel. Personen die lijden aan COPD hebben last van kortademigheid. Dikwijls is er ook een hoest waarbij meestal ook fluimen worden opgegeven.
COPD is een aandoening die vaak verder evolueert, die grotendeels onomkeerbaar en daarom ongeneeslijk is. Toch kan er heel wat gedaan worden om de aandoening te bestrijden en de longschade en de klachten te beperken. Vandaar het belang van een snelle herkenning en een krachtdadige aanpak. Deze aanpak bestaat uit preventie (rookstop en vaccinaties), het opstarten van medicatie en het beperken van andere problemen die dikwijls samengaan met COPD.
COPD is een verzamelnaam. Het omvat onder meer chronische bronchitis en longemfyseem. Deze losse termen worden minder vaak gebruikt. Chronische bronchitis duidt op een chronische ontsteking van de bronchiën (de vertakkingen van de luchtpijp naar de longen). Daardoor wordt er meer slijm aangemaakt dat moet worden opgehoest. Naast deze ontsteking is er ook progressieve vernauwing van de kleinere luchtwegen zodat ademhalen moeilijker wordt. Bij longemfyseem gaan er langzaam steeds meer longblaasjes verloren. De longblaasjes zorgen ervoor dat zuurstof kan worden opgenomen. Hoe minder longblaasjes er zijn, hoe moeilijker dit wordt.
In België wordt geschat dat ongeveer 800.000 personen lijden aan COPD. Daarvan zijn er ongeveer 400.000 met een gekende diagnose COPD. De andere helft heeft COPD zonder dat zij dit zelf weten. COPD is de vierde doodsoorzaak ter wereld en zal in de toekomst nog verder klimmen op de lijst van belangrijkste doodsoorzaken.
Personen met COPD hebben vaak klachten ten gevolge van hun aandoening. Dit noemen we symptomen. De meest voorkomende zijn kortademigheid, hoesten en opgeven van slijmen. Daarnaast is er dikwijls angst, benauwdheid, piepende ademhaling.
Soms nemen de symptomen fors toe. We noemen dit een COPD exacerbatie of opstoot. Veelal is dit het gevolg van een infectie (viraal of bacterieel)
Kortademigheid betekent dat u snel buiten adem bent. In het begin van de aandoening is dat vooral bij zware lichamelijke inspanningen, maar later kunnen de kleinste activiteiten u kortademig maken.
In de luchtwegen van gezonde personen wordt steeds een kleine hoeveelheid slijm geproduceerd, die spontaan zullen verwijderd worden. Personen met COPD produceren veel meer slijm in de luchtwegen. De spontane verwijdering faalt en mensen met COPD moeten hoesten om de slijmen te verwijderen. Meestal zijn de slijmen helder wit of gelig. Gekleurde fluimen en bloed in de fluimen kan wijzen op infectie of een andere aandoening en rapporteert u best aan de huisarts.
Hoesten is een natuurlijke reactie van het lichaam om het overmatige slijm in de luchtwegen weg te krijgen. De typische hoest bij beginnende COPD wordt door veel mensen ook wel een rokershoest genoemd.
Een veel voorkomende klacht bij COPD is benauwd zijn of het continue gevoel te hebben van een tekort aan lucht. Sommigen hebben een piepende ademhaling. Heel wat patiënten klagen ook over vermoeidheid. Daarnaast is er dikwijls angst en ongerustheid.
De voornaamste oorzaak van COPD is roken. Daarnaast zijn er nog heel wat factoren die bepalen of u COPD krijgt of niet. In de westerse wereld heeft ongeveer 90% van de patiënten met COPD een belangrijke rookvoorgeschiedenis. Op wereldschaal is dit ongeveer 80% omdat er naast roken, ook andere blootstellingen spelen. Typisch zijn de werkomstandigheden en verbranden van natuurlijke producten in slecht verluchte huizen voor koken en verwarming.
Roken is de belangrijkste risicofactor voor COPD. Hoe meer en hoe langer u rookt, hoe groter het risico. De ernst en duur van uw rookgedrag wordt uitgedrukt in pakjaren. Dit zijn het aantal jaren dat u 1 pakje per dag gerookt hebt. Als u 2 pakjes per dag rookt gedurende 1 jaar heeft u 2 pakjaren gerookt. Er wordt aangenomen dat het risico op COPD echt speelt vanaf ongeveer 10 pakjaren. Pijprokers, sigarenrokers en mensen die blootstaan aan 'meeroken' vallen ook binnen de risicogroep. Ook het roken van hashjes is schadelijk en kan COPD veroorzaken. En ondertussen zijn er indicaties dat ook e-sigaretten het risico op COPD vergroten.
De meeste mensen krijgen pas op latere leeftijd COPD, ook wanneer ze al jaren gestopt zijn met roken. Roken beschadigt de longen maar dit wordt meestal niet opgemerkt omdat er veel reserve is. Met de leeftijd wordt deze reserve kleiner en zal de aandoening die progressief is, alsnog worden opgemerkt. De diagnose van COPD is relatief zeldzaam onder de leeftijd van 40 jaar.
Niet alle rokers krijgen COPD. Slecht 3 op 10 rokers ontwikkelen COPD op oudere leeftijd. Dit wil zeggen dat er voor elke 3 rokers, ook 7 rokers rondlopen die evenveel roken of gerookt hebben maar nooit COPD zullen krijgen. Dit heeft vooral te maken met een combinatie van genetische factoren die niet gekend zijn. In sommige gevallen is een duidelijke erfelijke aandoening de oorzaak van COPD. Bij alpha-1 antitrypsine tekort, een erfelijke ziekte die in families voorkomt, wordt het eiwit alpha-1 antitrypsine niet voldoende aangemaakt. Dat eiwit is nodig om de longen te beschermen tegen allerlei schadelijke factoren, ook sigarettenrook.
Bij een kleinere groep van patiënten is een langdurige blootstelling aan giftige stoffen of kleine stofdeeltjes de oorzaak van COPD. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens het werk maar ook thuis. Het kan gaan om verschillende soorten stoffen, waaronder houtstof, uitlaatgassen, chemische stoffen en asbest.
Slecht behandeld astma kan tot COPD leiden, net als het hebben van veel longontstekingen. In beide gevallen ontstaat er langzaam lichte schade en verlittekening aan de luchtwegen en longen, die uiteindelijk resulteert in COPD. Vroeggeboorte gaat dikwijls gepaard met onvoldoende longgroei. Bij versneld verlies nadien zal vlugger COPD worden vastgesteld.
Een hoestje dat maar niet overgaat, kortademig zijn en last hebben van benauwdheid. Vaak zijn dit de redenen om eens naar de huisarts te gaan. De huisarts is het best geplaatst om de diagnose van COPD te stellen. Op basis van uw klachten en uw risicoprofiel zal hij overwegen om een longfunctietest uit te voeren. Dit is absoluut noodzakelijk om tot een juiste diagnose te komen. Daarnaast zijn soms andere onderzoeken nodig om andere longaandoeningen uit te sluiten en de ernst van uw COPD in te schatten.
COPD is een chronische longaandoening die ook belangrijke negatieve weerslag heeft op andere lichaamsfuncties en organen. De aandoeningen die samen voorkomen met COPD worden in vaktermen ‘comorbiditeit’ genoemd. Deze aandoeningen komen meer frequent voor bij COPD omdat ze dikwijls dezelfde risicofactoren kennen maar ook omdat we vermoeden dat de ontsteking in de longen bij COPD kan overspringen naar andere organen. Gemeenschappelijke risicofactoren zijn roken, ongezonde voeding, fysieke inactiviteit en leeftijd. Deze geassocieerde aandoeningen bepalen in belangrijke mate het ziekteverloop mee en liggen dikwijls mee aan de basis van de symptomen.
Belangrijk is dat uw arts voldoende aandacht besteedt aan deze aandoeningen, er actief naar op zoek gaat en zo nodig deze ook behandelt. De aandoeningen die frequent samen voorkomen met COPD zijn sterk uiteenlopend. Het is bekend dat patiënten met COPD een groter risico hebben op het krijgen van hart -en vaataandoeningen, botontkalking (osteoporose), spierzwakte, suikerziekte (diabetes), longkanker en depressie.
Hoge bloeddruk, hartinfarct, hartfalen en perifeer vaatlijden zijn zeer frequent. Ze vormen bovendien de belangrijkste doodsoorzaak bij COPD en moeten dus steeds worden uitgesloten en behandeld. Dit betekent dat er naast de klassieke medicatie voor de adem, ook medicatie voor het hart en bloeddruk dient te worden ingenomen.
Osteoporose wordt klassiek vastgesteld bij vrouwen in de menopauze maar is ook veel frequenter bij mannen en vrouwen met COPD. Roken, inactiviteit, leeftijd, vitamine D tekort en herhaaldelijk cortisone gebruik zijn de belangrijkste risicofactoren. Osteoporose geeft geen klachten maar verhoogt het risico op ernstige breuken (heup, wervel of rib) die gepaard gaan met veel pijn en belangrijk verlies van de functionaliteit. Osteoporose kan behandeld worden met medicatie.
Spierzwakte bij COPD is het gevolg van verlies aan spiermassa samen met lokale spierdysfunctie. Belangrijke factoren die spierzwakte veroorzaken zijn ongecontroleerd gewichtsverlies en fysieke inactiviteit. Spierkracht bepaalt in sterke mate uw inspanningsvermogen en ook uw klachten van kortademigheid. Met training kan de spierkracht meestal hersteld worden en verminderen ook de klachten.
Diabetes komt meer voor bij COPD en wordt vooral aangetroffen bij patiënten met overgewicht. Ook herhaaldelijk gebruik van cortisone is dikwijls een oorzaak en kan verantwoordelijk zijn voor ernstige metabole ontregeling. Naast dieetmaatregelen kunnen medicatie en eventueel injecties met insuline noodzakelijk zijn.
Longkanker komt vooral voor bij rokers maar kan ook niet-rokers treffen. Personen met COPD hebben bovendien extra risico om longkanker te ontwikkelen. Kanker is naast cardiovasculair lijden en respiratoir falen, de belangrijkste doodsoorzaak bij patiënten met COPD. Detectie in een vroegtijdig stadium geeft de beste behandeling zodat een regelmatige longfoto zeker is aangewezen.
Angst en depressie komt veel voor bij COPD, vooral bij personen met ernstige aandoening en herhaalde opnames. Meestal zijn ze het gevolg van aanhoudende kortademigheid, onvoldoende functionaliteit, sociaal isolement en angst voor de toekomst. Deze klachten worden dikwijls verborgen. Ze kenbaar maken, is echter de eerste stap in de behandeling. bij ernstige en oncontroleerbare symptomen, kan een specifieke behandeling worden opgestart.
Een goede behandeling van COPD bestaat uit verschillende componenten. Gezien de aandoening niet te genezen is, gaat de meeste aandacht naar het voorkomen van een verdere achteruitgang. Volledige rookstop, voldoende lichaamsbeweging en gezonde voeding zijn hier de belangrijkste maatregelen. Daarnaast kunnen chronische medicatie helpen in het verlichten van de klachten. In sommige gevallen is chronische zuurstoftoediening noodzakelijk. Opstoten van kortademigheid vereisen bovendien extra aandacht.
Belangrijk is dat uw arts voldoende aandacht besteedt aan deze aandoeningen, er actief naar op zoek gaat en zo nodig deze ook behandelt. De ziektes die frequent samen voorkomen met COPD zijn sterk uiteenlopend. Het is bekend dat patiënten met COPD een groter risico hebben op het krijgen van hart -en vaataandoeningen, botontkalking (osteoporose), spierzwakte, suikerziekte (diabetes), longkanker en depressie.
Rookstop is niet alleen belangrijk om COPD te voorkomen maar ook wanneer de diagnose gesteld, is dit cruciaal. Blijven roken leidt immers tot snellere achteruitgang van de longfunctie en meer opstoten. Bovendien zal ook het risico toenemen om andere chronische aandoeningen te ontwikkelen. Er zijn vele manieren om te stoppen met roken, maar een duidelijke motivatie is altijd de basis. Naast professionele gesprekstherapie is er ook effectieve medicatie die helpt bij het stoppen. Een combinatie van motivatie, ondersteuning en medicatie is bovendien het meest succesvol. Aarzel daarom niet om uw arts hierover te raadplegen.
Wanneer u kortademig bent omwille van COPD, zullen heel wat fysieke inspanningen deze klachten uitlokken. Om deze klachten te verminderen, gaan veel patiënten het activiteiten niveau aanpassen en sommige fysieke inspanningen vermijden. De dagelijkse lichaamsbeweging wordt onvoldoende om in een goede algemene conditie te blijven. Een slechte fysieke conditie gaat op zich weer bijdragen tot meer klachten voor een zelfde inspanning. Om deze vicieuze cirkel te vermijden, is onderhoud van voldoende lichaamsbeweging heel belangrijk. Minimaal 30 minuten matig intense fysieke activiteit op vijf dagen van de week is daarom een must. Matig fysieke activiteit is een inspanning waarbij u enigszins buiten adem bent; bv. flink doorstappen. Het hoeft geen sport te zijn, al mag dat wel, natuurlijk. Bij ernstig conditieverlies kan tevens beroep gedaan worden op inspanningstraining bij een kinesitherapeut, al dan niet omkaderd in een multidisciplinair revalidatie programma.
Patiënten met COPD verliezen dikwijls gewicht. Dit komt door enerzijds een verhoogd energieverbruik (ademarbeid, medicatie en luchtwegontsteking) en anderzijds door een verminderde energie inname (onevenwichtige voeding). Onvrijwillig gewichtsverlies is ongunstig voor het verder aandoeningenverloop. Naast herstel van gezonde voeding is bijvoeding soms noodzakelijk. Bijvoorbeeld wanneer met training gepoogd wordt om terug op te bouwen. Daarnaast kampen heel wat COPD patiënten met overgewicht wat kortademigheid en vermoeidheid kan doen toenemen. Hier is een gezonde caloriearme voeding aangewezen. Voor beide situaties is een goed dieetadvies zeker opportuun.
Aanvallen van kortademigheid of opstoten van COPD worden dikwijls exacerbaties genoemd. Deze opstoten gaan gepaard met plotse toename van kortademigheid, hoesten en opgeven van slijmen waarbij de klachten langer aanhouden dan 2 dagen. Ze ontstaan meestal door infecties met virussen of bacteriën. Een kortstondige episode van kortademigheid is geen opstoot maar weerspiegelt gewoon de dagdagelijkse variatie. Sommige patiënten doen meerdere opstoten per jaar, andere zullen bijna nooit een opstoot krijgen. Opstoten worden best zo snel mogelijk herkend en hebben een specifieke behandeling nodig die uw huisarts kan opstarten. Deze bestaat uit een kuur met steroïden, al dan niet antibiotica en hogere dosis inhalatietherapie. In sommige gevallen zijn de klachten zo ernstig dat tijdelijk extra zuurstoftoediening en opname via spoedafdeling noodzakelijk is.
Een chronische aandoening heeft veel impact op uw leven. De behandeling van COPD is dan ook meer dan een tijdig innemen van medicatie. Het behelst ook algemene hygiënische maatregelen zoals rookstop, gezonde voeding en onderhouden of herstellen van fysieke activiteit. Daarnaast is aandoeningsïnzicht met het 'aanvaarden van' en 'omgaan met' beperkingen heel belangrijk. Dit alles vereist dikwijls een multidisciplinaire aanpak die het best kan worden aangeboden via een gestructureerd revalidatieprogramma. In deze omgeving werken de patiënten op een intense manier samen aan deze doelstellingen onder begeleiding van longarts, kinesitherapeut, voedingsdeskundige, sociaal assistent, ergotherapeut, psycholoog en een gespecialiseerde verpleegkundige
Het is moeilijk te zeggen wat de gemiddelde levensverwachting bij COPD is en zelfs voor de individuele patiënt is het moeilijk om voorspellingen te doen omtrent het levenseinde. Globaal gezien kan de persoon met COPD een behoorlijk leven leiden wanneer een aantal beperkingen in acht worden genomen. Bij verdere evolutie van de aandoening kunnen de klachten en de opnames in het ziekenhuis wel de overhand nemen zodat de levenskwaliteit sterk achteruitgaat. Het is aan de patiënt om, in samenspraak met zijn arts, aan te geven hoe ver hij wil gaan in deze fase van zijn aandoening. Het tijdig bespreken van een realistisch perspectief en de mogelijkheden van een palliatieve aanpak zijn zeker een meerwaarde.
Medicatie die wordt ingeademd (inhalatietherapie) heeft als voornaamste doel om de luchtwegen maximaal te verwijden. Ze zorgt er voor dat er minder klachten zijn. Daarnaast worden bij herhaalde opstoten dikwijls inhalatiesteroïden gebruikt die de ontsteking in luchtwegen mee onderdrukken. De aard en de hoeveelheid medicatie die in onderhoud wordt voorgeschreven, hangt af van de ernst van de aandoening. Inhalatietherapie zal naast het verbeteren van symptomen en levenskwaliteit ook zorgen voor minder opstoten. Het kan COPD echter niet genezen.
Voor het juist gebruik van de inhalator klik op onderstaande knop
Chronische zuurstof therapie heeft enkel zin wanneer er in rust een bewezen zuurstoftekort is aangetoond. Dit komt enkel voor in de eindstadia van de aandoening. Deze patiënten komen in aanmerking voor chronische zuurstoftherapie via het ziekenhuis en moeten meer dan 16 uur per dag zuurstof gebruiken. Bij de meeste patiënten is er geen zuurstoftekort in rust. Ze zijn wel kortademig bij lichte inspanningen (wat soms gepaard gaat zuurstoftekort), maar dit herstelt snel en spontaan in de rustfase nadien. Chronische zuurstoftherapie heeft hier geen indicatie en wordt niet langer terugbetaald.
Sommige patiënten met COPD kunnen in aanmerking komen voor een long volume reductie behandeling. Hierbij worden 1 of meerdere zones van ernstig longemfyseem uitgeschakeld, om zo de beter bewaarde gebieden in de long en de ademspieren beter te laten werken. Dit zorgt voor een betere longfunctie, betere inspanningscapaciteit en betere levenskwaliteit. Een long volume reductie kan zowel door een bronchoscopische benadering met kleppen in de luchtwegen als door een operatie. Daarnaast is er een heel selecte groep patiënten die in aanmerking kan komen voor een longtransplantatie, waarbij de eigen longen vervangen worden door donorlongen. Voor al deze interventies dient aan strikte voorwaarden voldaan te worden.
Dankbaar voor onze
Dankzij deze partners/sponsors kunnen wij onze patiënten begeleiden.